
Jurisprudentie
AA5637
Datum uitspraak2000-04-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers12/015002-00
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers12/015002-00
Statusgepubliceerd
Uitspraak
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE MIDDELBURG
meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer : 12/015002-00
Datum uitspraak: 26 april 2000
Tegenspraak
---------------------------------------
Datum inverzekeringstelling: 04-01-2000
Datum voorlopige hechtenis: 10-01-2000
---------------------------------------
V O N N I S
van de arrondissementsrechtbank te Middelburg, meervoudige kamer voor strafza-ken, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum]te [woonplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in De Boschpoort te Breda,
ter terechtzitting verschenen.
Als raadsman is ter terechtzitting verschenen mr. D.J. Olie, advocaat te Goes.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzit-ting van 13 april 2000.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. G.H. Rip en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlas-tegeleg-de zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit vonnis is gevoegd.Voorvragen:
Geldigheid van de inleidende dagvaarding
Bevoegdheid van de rechtbank
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging
Schorsing van de vervolging
op te roepen met 1-2-1
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlas-tegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit vonnis deel uit-maakt.Uitstrepen bewijs op kopie dagvaarding en dit stuk -voor zover gebruikt als bewezenverklaring- als ongenummerde bijlage invoegen
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier bewezen is verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Bewijsvoering
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
hier eventuele rechtvaardingsgronden
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
" Verkrachting, meermalen gepleegd".
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
" Ontucht plegen met zijn minderjarig stiefkind, meermalen gepleegd".
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
" Verkrachting, meermalen gepleegd".
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
" Ontucht plegen met zijn minderjarig stiefkind, meermalen gepleegd".
Ook overigens is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaar-heid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
hier eventuele schulduitsluitingsgrond / verweer / rapportage over toerekeningsvatbaarheid mbt diagnose
Motivering van de op te leggen sanctie
eerst ernst feiten bespreken, dan persoon verdachte bespreken
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het volgende:
- de ernst van de feiten en de omstandigheden, waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van de verdachte.
Voor wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden, waaronder deze zijn be-gaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen:
De verdachte heeft blijkens het bewezenverklaarde gedurende vele jaren incestueuze relaties met zijn stiefdochters onderhouden. De handelingen vonden met grote frequentie plaats, alsmede op een heel kwetsbare leeftijd van de meisjes. Door het geeste-lijk over-wicht dat verdach-te op zijn stief-doch-ters had moesten de slacht-of-fers deze handelingen wel ondergaan. Ver-dachte is op zijn eigen seksuele bevredi-ging uit geweest en heeft de belan-gen van zijn stiefkinderen ernstig aangetast. In plaats van hen te bescher-men, zoals van een stiefva-der ver-wacht mag wor-den, heeft verdachte in-breuk gemaakt op hun licha-melijke integriteit en hun vertrou-wen be-schaamd, hetgeen vergaande consequen-ties kan hebben voor de emoti-onele en geestelij-ke ontwikke-ling van de slachtof-fers. Dit heeft niet alleen hen, maar ook de samen-le-ving ernstig ge-schokt.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
-het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatiere-gister d.d. 7 maart 2000 ;
-het over de verdachte uitgebrachte vroeghulprapport d.d. 7 januari 2000 van de Reclassering Neder-land, Ressort Den Haag, unit Middelburg;
-het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 31 maart 2000 van de Reclassering Neder-land, Ressort Den Haag, unit Middelburg;
-het over de verdachte uitgebrachte psychologische rapport d.d. 15 februari 2000 van drs. E.D. Wassenaar, forensisch psycholoog en vast gerechtelijk deskundige.
Hier waarom GS (ov/vwd)
Uit het oogpunt van een juiste normhandhaving kan op dergelijke ernstige feiten niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevan-ge-nis-straf van na te noemen duur.
Volgorde blokken:
onbetaalde arbeid
beslag
betaling schadevergoeding
vordering tot schadevergoeding/ontvankelijkheid van de vordering van de benadeelde partij
tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke veroordeling
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 57, 242 en 249 van het Wetboek van Straf-recht.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:beslissing voorvragen
Zij verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschre-ven, heeft begaan.
Zij verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Zij bepaalt dat het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten ople-vert.
Zij verklaart de verdachte te dier zake strafbaar.
Zij veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENIS-STRAF voor de tijd van 6 JAREN.
Zij beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt ge-bracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.volgorde blokken: atan - geldboete - obm - beslag - bp - tul, oproepen met 1-2-7-
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.T. Begheyn, voorzitter,
mrs. A. van Wamel en Y. uit Beijerse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.E.J.E. Kouijzer als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze recht-bank van 26 april 2000.
Mr. Y. uit Beijerse is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.